Digitale geletterdheid en digitale inclusie zijn een essentieel onderdeel geworden van een samenleving die steeds verder digitaliseert. Om als geïnformeerde en digitale burgers aan de samenleving deel te nemen, moeten individuen digitale vaardigheden ontwikkelen, en de functionaliteiten en werkwijzen van digitale media eigen maken. Dit blijkt in de praktijk echter lastig te zijn voor veel burgers met een lagere digitale- en taalvaardigheid. Temeer daar uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 2,5 miljoen Nederlandse burgers min of meer laaggeletterd zijn, en moeite hebben mee te komen in de digitale samenleving.
In een kennismaatschappij waar digitale geletterdheid steeds belangrijker is geworden, is het van cruciaal belang geworden te onderzoeken hoe laaggeletterden en vergelijkbare gemarginaliseerde groepen door mediagebruik en bijbehorende ervaringen zelf invulling geven aan complexe allesomvattende termen als geïnformeerd- en/of digitaal burgerschap, digitale inclusie/exclusie, de digitale kloof en digitale ongelijkheid. Dit onderzoek biedt daar een gesitueerd perspectief op, door op een kwalitatieve etnografische wijze te bestuderen hoe (digitaal) laaggeletterde burgers zelf invulling geven aan de toepassing van digitale media, op basis van hun taalvaardige en digitale capaciteiten en barrières.
Project informatie
Dit deelonderzoek bestudeert hoe laaggeletterden digitale geletterdheid, digitale inclusie, digitale exclusie en (digitale) ongelijkheid ervaren, begrijpen en vertalen binnen hun eigen persoonlijke dagelijkse digitale praktijken. De focus ligt op de socio-materiële contexten, waardoor (digitale) geletterdheden worden aangeleerd en toegepast. Middels observaties, interviews en focusgroepen worden diverse onderwijsvormen en praktijksituaties bestudeerd. Het volgen van laaggeletterden binnen deze situaties in verschillende contexten op een longitudinale wijze is belangrijk, omdat het leven van deze groepen tegenwoordig wordt gekenmerkt door voortdurende blootstelling aan digitale media. Dit terwijl subgroepen met een grotere afstand tot de (digitale-) samenleving veelal moeite hebben digitale media zonder problemen te gebruiken en te integreren in hun dagelijkse praktijken. Voornamelijk laaggeletterden die moeite hebben met lezen en schrijven lopen het potentiële risico op digitale exclusie, met negatieve gevolgen voor hun sociale positionering, civiele participatie en (digitale-) burgerschap.
Onderzoeksdoelen en vragen
Dit project onderzoekt de oorzaken die de ontwikkeling van digitale geletterdheid bevorderen of verhinderen, de relaties tussen mens en technologie die hieraan bijdragen, en hoe digitale geletterdheid en digitale systemen inclusiever gemaakt kunnen worden voor ‘gemarginaliseerde’ groepen zoals laaggeletterden. De vraag die centraal wordt gesteld is hoe laaggeletterde Nederlandse volwassenen digitale competenties en vaardigheden als nuttig binnen dagelijkse praktijken ervaren, wat de individuele, sociale en technologische implicaties zijn in de ontwikkeling van digitale geletterdheid, hoe zij digitale inclusie/exclusie, geïnformeerd- en digitaal burgerschap invullen op basis van hun eigen capaciteiten en barrières, en hoe onderwijsprogramma’s efficiënter kunnen worden ingericht op basis van de dagelijkse problematiek die de laaggeletterden ervaren.
Onderzoekers en partners
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Alexander Smit (Centre for Media and Journalism Studies, Rijkuniversiteit Groningen) onder begeleiding van Prof. dr. Marcel Broersma (Centre for Media and Journalism Studies, Rijksuniversiteit Groningen) en Dr. Joëlle Swart (Centre for Media and Journalism Studies, Rijksuniversiteit Groningen). Het project is gefinancierd door het NWO, en wordt ondersteund door de volgende partners:
– Alfa-college
– Biblionet Groningen
– Koninklijke Bibliotheek
– Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Contact
Voor vragen over dit project kunt u contact opnemen met Alexander Smit (a.p.smit@rug.nl).